Het Coronavirus, klimaat en droogte: hebben ze met elkaar te maken?

Door Dániel Moerman

Wie in deze enorme pandemie zich afvraagt of de opmars van SARS-CoV-2, oftewel het Coronavirus, iets te maken heeft met klimaatverandering, krijft van de World Health Organisation (WHO) het antwoord dat hier nog geen duidelijke aanwijzingen voor zijn. Maar volgens de Zweedse sociaal-ecoloog Andreas Malm bestaat er wel degelijk een verband tussen klimaatverandering en de uitbraak van het huidige Coronavirus. Sterker nog, de toenemende intensiteit en frequentie van lange periodes van droogte spelen volgens hem hierbij een belangrijke rol.

In zijn meest recente boek koppelt Malm de klimaatcrisis van de afgelopen decennia aan het ontstaan van epidemische ziekten, waarbij er een verband lijkt te bestaan met droogte. Vleermuizen, waaraan de eerste verspreiding van het Coronavirus wordt toegeschreven, lijden onder het toenemende aantal droogteperioden in de laatste decennia. Vrouwelijke vleermuizen zijn bijvoorbeeld steeds grotere afstanden gaan afleggen op zoek naar water, omdat veel natuurlijke waterbronnen in tijden van droogte steeds meer opdrogen. Hierdoor zijn, vooral in tropische gebieden, vleermuizen vaker gedwongen om op zoek te gaan naar alternatieve waterbronnen. Deze worden vaak gevonden bij boerderijen, waar de vleermuizen zich dan mengen onder het vee en de andere dieren.

Droogte in combinatie met bosbranden leidde in Maleisië eind jaren 90 zo tot een uitbraak van het Nipah-virus onder varkens. De uitbraak van het virus was toen beperkt – er stierven slechts 105 personen – maar het leidde wel tot een complete ineenstorting van de varkensindustrie in het land. De grote Afrikaanse Ebola-uitbraak in 2014 vond eveneens plaats na een zeer langdurige periode van droogte, net als de uitbraak van twee eerdere Coronavirussen: het SARS-virus in de Chinese provincie Guangdong in 2002, en het MERS-virus in het Midden-Oosten in 2012. Beide virussen worden toegeschreven aan vleermuizen, die het virus aan andere dieren zoals civetkatten en kamelen hebben doorgegeven. In de Guangdong ging destijds een ongekende periode van droogte vooraf aan de SARS-epidemie, net zoals in het Midden-Oosten een lange periode zonder regen de uitbraak van het MERS-virus inluidde.

Ook in Wuhan, de bakermat van het Coronavirus, was er voorafgaand aan de grote uitbraak sprake van grote droogte. Volgens de hypothese van Malm zou het zeker mogelijk kunnen zijn dat Coronavirussen goed gedijen bij droog weer en weinig vochtigheid. Daarbij komt nog het feit dat vleermuizen als voornaamste ziekteverspreiders steeds vaker gedwongen worden alternatieve leefomgevingen dichter bij mens en dier te zoeken. Hoewel de hypothese van Malm vooral als hypothese moet worden opgevat, en dus niet als conclusie, is er wel degelijk een verband tussen klimaatverandering en de toenemende kans op de verspreiding van epidemische ziektes. Dit wordt ook ondertekend door organisaties als de WHO en toonaangevende onderzoeksinstituten zoals Harvard University.

Dit fenomeen is echter geenszins nieuw. Perioden van intense en lang-aanhoudende droogte hebben ook in het verleden een belangrijk verstekend effect gehad bij het ontstaan en de verspreiding van grote epidemieën. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat bepaalde epidemieën in het verleden – zoals de pest, de pokken, verschillende soorten koortsen, en met name dysenterie – in grote mate samenvielen met extreme perioden van droogte. In Frankrijk alleen al stierven na een lange periode van droogte in 1719 rond de 450.000 mensen aan de gevolgen van dysenterie, wat destijds ongeveer twee procent van de totale bevolking was. Voor de enorme ‘megadroogte’ van 1540, toen het in heel Europa exceptioneel droog was, wordt het aantal dysenterie-slachtoffers echter op ruim een miljoen geschat.

Ook één van de meest gevreesde epidemische ziektes van de premoderne periode, de pest, kwam vaak voor na lange periodes van droogte. In Engeland correspondeerde bijvoorbeeld veel pestepidemieën in de zestiende en zeventiende eeuw met intense droogteperiodes. Gedurende de achttiende eeuw, toen de pest in Europa afnam, kwamen bepaalde koortsepidemieën, maar ook de pokken, vaak voor tijdens en na droogte. De verklaring die historici hiervoor geven is soms buitengewoon eenvoudig: extreme droogte leidt op veel plekken vaak tot een tekort aan schoon water, waardoor mensen vaak in wanhoop hun toevlucht nemen tot onzuivere waterbronnen. Vaak ging dit om stilstaand en laag water, waarin verschillende soorten ziektekiemen bijzonder goed toeven. Daarnaast heeft warm en droog weer ook een effect op ziekteverspreiders, zoals verschillende soorten dieren en insecten.

Afgaand op de hypothese van Malm, en aan de hand van historisch bewijs, is het niet onaannemelijk dat droogte als een gevolg van klimaatverandering een rol heeft gespeeld bij de verspreiding van het Coronavirus. Hier moet echter wel de kanttekening worden geplaatst dat Malm ook andere factoren, zoals grootschalige ontbossing en de wereldwijde handel in exotische dieren als belangrijk beschouwt naast klimaatverandering en droogte. Wat daarbij opvalt is dat de WHO klimaatverandering en droogte niet als een directe reden ziet voor de verspreiding van het Coronavirus, maar wel een zeer grote rol toekent aan het gebrek aan schoon water op veel plaatsen. Volgens het WHO heft ruim tachtig procent van de wereldbevolking regelmatig te maken met een tekort aan schoon water voor consumptie en persoonlijke hygiëne. Voor ons is het dringende advies om vaak de handen goed te wassen (dus ruim 20 seconden) nog een simpel gegeven, maar voor een groot deel van de wereldbevolking is dit dus afhankelijk van de onzekere aanwezigheid van schoon water.

De WHO schrijft dat deze wereldwijde waterschaarste een gevolg is van klimaat verandering. Is klimaatverandering dan ook niet, weliswaar indirect, een belangrijke reden voor de verspreiding van het Coronavirus? In het verleden speelde een tekort aan schoon water als gevolg van droogte immers een belangrijke rol bij de verspreiding van ernstige epidemische ziektes. Dit zou voor ons een reden kunnen zijn om het toenemende aantal droogteperioden en afwezigheid van schoon water voor mens en dier nog eens kritisch onder de loep te nemen.

Verder lezen

Garnier, Emmanuel. “Historic drought from the archives: beyond the instrumental record.” In Drought, Science and Policy, eds. A. Iglesias, D. Assimacopoulos en H.A.J. van Lanen. Hoboken, NY: Wiley, 2019.

Malm, Andreas. Corona, Climate, Chronic Emergency. War Communism in the Twenty-First Century. Londen: Verso Books, 2020.

Pfister, Christian. “When Europe was Burning. The Multi-season Mega-drought of 1540 and Arsonist Paranoia.” In Historical Disaster Experiences. Towards a Comparative and Transcultural History of Disasters Across Asia and Europe, ed. Gerrit-Jan Schenk, 155-185. Cham: Springer, 2017.

Eén opmerking over 'Het Coronavirus, klimaat en droogte: hebben ze met elkaar te maken?'

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: