Door Dániel Moerman
Of er sprake is van droogte wordt in Nederland bepaald door het welbekende KNMI. Sinds 1854 fungeert dit instituut als de voornaamste informatiebron wat betreft meteorologische informatie over de huidige en toekomstige weersomstandigheden. Daarbij horen soms ook waarschuwingen omtrent extreem weer, die dan in de welbekende kleurcodes worden aangeduid van groen, geen gevaar, tot rood, ernstig gevaar. Volgens het KNMI is er sprake van droogte ‘als er gedurende langere tijd minder regen valt dan normaal in combinatie met grote verdamping’. Dit wordt nauwkeurig bijgehouden en is raadpleegbaar via de zogeheten ‘droogtemonitor’.

Het KNMI weet uit haar onderzoeken dus goed in welke regio’s van ons land droogte te verwachten valt. De maatregelen die daarop volgen worden echter niet door het KNMI bedacht. Dit wordt gedaan door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, die in samenwerking met het RIVM sinds de extreem droge zomer van 2018 aan een ‘escalatiesysteem drinkwaterbeperking’ werken. Aan dit systeem wordt sinds eind 2019 gesleuteld, maar bekend is dat het systeem gebaseerd is op protocollen van landen die vaker met droogte en daaropvolgende drinkwatertekorten te maken hebben, o.a. Frankrijk, Spanje en Australië. Het escalatiesysteem bestaat uit 4 fasen, van de normale situatie (fase 1) tot de crisissituatie (fase 4). In fase 1 gelden geen beperkingen omtrent het gebruik van drinkwater, maar in fase 2 wordt burgers opgeroepen drinkwater te besparen in de ‘piekuren’, dat wil zeggen: de avonden en ochtenden. Vanaf fase 3 gaan bepaalde verboden in, zoals een verbod op het vullen van privé-zwembaden en het besproeien van tuinen. In de crisissituatie, fase 4, mag drinkwater uitsluitend nog voor consumptie, gezondheidsdoeleinden en persoonlijke hygiëne worden gebruikt. Vandaag de dag worden dit soort mogelijke maatregelen natuurlijk via de gebruikelijke nieuwsmedia verspreid, zoals het welbekende televisiejournaal de radio of krant. Daarbij zal iedereen met een mobieltje de ‘buzz’ zien van zijn of haar nieuws-app met het nieuws over de ingaande maatregelen. En hoewel de laatstgenoemde nieuwsmedia natuurlijk moderne fenomenen van de laatste 50 jaar zijn, geldt dat absoluut niet voor de maatregelen omtrent droogte en drinkwaterschaarste.
In de vroegmoderne periode werden al een hele reeks maatregelen genomen in tijden van droogte, wat dan wel meer op lokale schaal of stedelijk niveau gebeurde. Deze maatregelen werden vaak afgekondigd via stadsomroepers en via plakkaten die werden opgehangen op openbare plekken. Vaak waren dit ook gemeenschappelijke putten en/of pompen, die naast watervoorziening ook een belangrijke sociale functie hadden en waar mensen elkaar vaak ontmoetten. De maatregelen die genomen werden in tijden van droogte konden te maken hebben met het voorkomen van branden, een zeer gevreesd fenomeen in de vroegmoderne periode, waarbij het maken van vuren beperkt werd, stro en andere brandbare materialen goed opgeborgen moesten worden, en mensen tonnen met water moesten inslaan in hun huizen voor het ergste geval er een brand zou uitbreken. Er werden echter ook actieve maatregelen afgekondigd om water te besparen door verminderd gebruik, die erg veel gelijkenis vertonen met de maatregelen die we nu nog steeds nemen.

In Zutphen werd in september 1753 bijvoorbeeld ‘Ter occasie van de tegenwoordige laagte van het water op den IJsel en Berkel en daar door veroorzaakte verlamminge der meeste pompen en putten ’ afgekondigd dat ‘is goet gevonden, bij trommeslag te laten publiceren dat niemand, wie hij oock sij, enig water uit de gemene pompen en putte zal mogen halen, dan allen zo veel hij tot noodzackelijk onderhande zijnen huishoudinge zal nodig hebben ’. Het stadsbestuur van Zutphen had dus besloten om via een plakkaat burgers te verbieden meer water te gebruiken dan zij nodig hebben voor hun dagelijkse onderhoud. In hedendaagse termen zou dat ‘fase 4’ betekenen, een ernstig watertekort dus. In het nabijgelegen Deventer werden burgers in april 1790 en oktober 1791 door ‘tegenwoordig sterke droogte’ verzocht om zo min mogelijk ‘binnen of buiten ’s huis te waschen of hunne stoepen en straten met water te schrobben’.
De maatregelen waar we dus mee te maken gaan krijgen bij toekomstige perioden van sterke droogte en drinkwatertekorten lijken dus op bepaalde manieren zeer veel op de maatregelen waar men in de vroegmoderne periode mee te maken kreeg.
Eén opmerking over '‘is goet gevonden, bij trommeslag te laten publiceren’ – Het bekendmaken van drinkwater besparende maatregelen in de vroegmoderne periode'