Utrecht, 13 november 2025
Sinds ik mij verdiepte in de vroegere waterputten en pompen in de stad Utrecht en elders, en uren in het archief de geschiedenis van de Utrechtse waterleiding bestudeerde, blijven mij steeds weer hiermee samenhangende dingen opvallen. Dit was een logisch gevolg van het meedenken in het onderzoeksproject ‘Coping with Drought’, in het kader waarvan ik het artikel publiceerde ‘Van pomp naar waterleiding’ in het tijdschrift voor geschiedenis van stad en regio Utrecht, Oud-Utrecht, december 2024, p. 28-31. (Aan dit artikel is in een eerdere blog op deze website al aandacht besteed.)
Onlangs kwam ik ineens in een periode waarin ik dacht meer te begrijpen van wat mensen eerder in de geschiedenis meemaakten in verband met water en de aanleg van waterleiding. De aanleiding was niet het water, maar het gas in de stad. Om de zoveel tijd moet de aansluiting aan het gasnet vernieuwd worden en voor de veiligheid binnenshuis gemeten worden. Overal in mijn wijk werd gegraven, overal zag ik zandhopen en hardwerkende mensen, die het gas weer goed wilden aansluiten. Zo moet het ook geweest zijn toen de waterleiding in allerlei straten werd aangelegd. Ik woon in een eenvoudig huisje uit begin 20e eeuw in de wijk Wittevrouwen. Ik had de pech èn het geluk, net als enkele andere bewoners in de wijk, dat een gaslek ontdekt werd. Het gevolg was, dat er nieuwe gasleidingen door mijn huis heen gevoerd moesten worden, met het nodige boorwerk, toevallig samenhangend met het feit dat Eneco de geiser niet meer van deze tijd vond en deze wilde vervangen door een cv-ketel, om warm water te hebben. Dit deed mij aan het volgende dingen denken.
Vóór de aanleg van de waterleiding waren er grondwaterputten bij mensen thuis of in de directe omgeving, die afgekeurd werden. Dan moesten er maatregelen genomen worden om weer gezond drinkwater te krijgen. Het heeft een directe invloed op je dagelijks leven als iets in je leefomgeving afgekeurd wordt en je andere mogelijkheden moet zoeken. Toch was dat ook toen belangrijk om te overleven.
Toen ik na enkele weken eindelijk weer kon verwarmen, koken en douchen, deed zich in een deel van de provincie Utrecht en de stad Utrecht een probleem met het drinkwater voor: er was een enterokokkenbacterie, aangetroffen in een waterreservoir. Per direct werd aangeraden het water minimaal drie minuten te koken voor gebruik of gekookt water te gebruiken voor tandenpoetsen, drinken en eten koken. Meteen werden de supermarkten bestormd. (Ik keek tevreden naar mijn ‘prepper‘hoekje met dozen water). Hierbij schoot mij het in mijn artikel aangehaalde eerste regeltje van het gedicht van Nicolaas Beets (1873) in gedachten, waarmee hij pleitte voor aanleggen van een waterleiding: ‘Voert water aan, voert water aan’.

Aan de burgers waaronder bezoekers van ziekenhuizen en universiteiten, werd meegedeeld om eigen water en koffie of thee mee te nemen, omdat ook de koffieautomaten afgesloten waren. En vroeger? Toen ging er een omroeper door de stad die de mensen waarschuwde. En, zoals we uit het archief weten, er was ook een mededeling die, na aandringen van de gezondheidscommissie in de tweede helft van negentiende eeuw, bij afgekeurde putten werd opgehangen.
Intussen werd ik mij weer bewust van water in reservoirs: hoe was dit vroeger? Werd het drinkwater zo vaak gecontroleerd als in de huidige tijd? En hoe was dit bij mensen die een eigen opslag hadden in tuin of in de kelder onder het huis? Uit de archieven weet ik wel beter, er werd veel minder vaak gecontroleerd dan nu (Vitens geeft aan dat het drinkwater 2000 keer per jaar wordt gecontroleerd en er is nu beter onderzoek mogelijk met de moderne apparatuur.)
De vraag naar hoe de drinkwaterverontreiniging kon ontstaan werd beantwoord met: mogelijk door werkzaamheden. Ik had mij al eens afgevraagd, wat al dit graven in onze straten voor effect op allerlei leidingen kon hebben. Ook toen ik in het centrum steeds de open straten rond de werfkelders en het vernieuwen van de riolering zag. Het nieuws op het moment dat het water weer direct uit de kraan gedronken mocht worden, gaf aan dat men het probleem nog helemaal ging onderzoeken. Het was opvallend hoe blij mensen ineens waren, dat ze weer uit de kraan mochten drinken. Soms werd er ook nog even getwijfeld en de net aangeleerde gewoonten moesten weer worden afgeleerd.
Om Utrecht ook even positief neer te zetten, nog een leuk weetje. In 2023 werd het drinkwater in Utrecht verkozen tot het lekkerste kraanwater van Nederland. Natuurlijk moest ik toen aan de beroemde Mariapomp denken. In de tweede helft van de achttiende eeuw ging in veel Nederlandse steden het grondwater achteruit. De Maria pomp leverde nog goed water tot 1931.
Samengevat, deze periode met mijn gasproblemen deed mij op verschillende manieren ervaren wat ik vele malen had gelezen en zelf beschreven had over het in Utrecht afgekeurde water tijdens de studie voor het bovengenoemde artikel. Nog meer dan het al deed, spreekt water mij aan.
Marja Heier