‘Lopend’ water, een korte geschiedenis van het watermennen in Nederland. Deel I: de middeleeuwen en vroegmoderne periode

In elke stad kent men vandaag de dag wel het fenomeen van feloranje fietsen en scooters die voorbijkomen geraasd in een poging om een pizza, Chinese afhaalmaaltijd, broodje gezond, of zelfs complete boodschappen bij een hongerige klant te bezorgen. Deze bezorgers zijn inmiddels een vertrouwd onderdeel van ons straatbeeld geworden, maar de watermenner, een bezorger van water aan huis of op straat, is al enkele decennia uit ons geheugen verdwenen. In deze blog zal de watermenner echter naar voren worden gebracht als een vergeten onderdeel van de geschiedenis van drinkwater in Nederland voor én na de aanleg van grootscheepse waterleidingen. Dit is deel I van een tweedelige blog, waarbij wordt stilgestaan bij de middeleeuwen en vroegmoderne periode.

Afb. 1: El aguador de Sevilla. Schilderij van Diego Velázquez (1599-1660), geschilderd omtrent 1620. Bron: Londen, Apsley House Collection.

Volgens de Gids van historische beroepen (2004) van Carl Denig, is een watermenner een ‘persoon belast met het met paard en wagen aanvoeren van drink- of bluswater’. Tot begin 20e eeuw kwamen in Europa echter verschillende varianten van watermenners voor. Een zeer bekende historische afbeelding hiervan is het schilderij De waterverkoper van Sevilla, geschilderd door Diego Velázquez begin zeventiende eeuw (afb. 1). Hierop is een man te zien die een glas water verkoopt vanuit een grote kruik die hij bij zich draagt. In Italië stonden deze mobiele waterverkopers op straat te boek als Acquaiolo (afb. 2 en 3). De Italiaanse stad Siena kende in de dertiende eeuw al vele watermenners die water uit de openbare fonteinen haalden en elders tegen betaling afleverden. In Siena werd dit werk vooral door verricht door vrouwen, die daar overigens maar weinig aan verdienden. Een watermenner in Siena verdiende bijvoorbeeld veel minder dan een bode of ezelmenner die vergelijkbaar werk deed. Ook in Duitse steden kende men al vroeg watermenners die water transporteerden en verkochten. In Hannover gebeurde dit in de veertiende eeuw bijvoorbeeld met speciale waterwagens. Deze wagens waren uitgerust met tonnen waarmee soms wel 200 liter water kon worden vervoerd. Dit staat natuurlijk in schril contrast met de kleinschalige waterverkopers.

Afb. 2: Een watermenner in Napels biedt een vrouw een glas water aan. Aquarel van onbekende schilder (1800-1899). Bron: Wellcome Collection.
Afb. 3: Een watermenner draagt een waterkruik en een dienblad met karaffen en glazen. Litho van onbekende kunstenaar (1800-1899). Bron: Wellcome Collection

Ook buiten Europa, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, waren watermenners een bekend fenomeen. Hier haalden zij hun water vaak uit putten of rivieren buiten de steden en vervoerden dit in leren zakken op de rug van een pakezel naar de stadscentra. Eenmaal in de stad verkochten zij hun water aan alle lagen van de samenleving, zowel op straat als aan huis. De watermenners in het Midden-Oosten behoorden tot de armste lagen van de bevolking. Dit werd door de 9e-eeuwse schrijver al-Jāhiz omschreven als een absurditeit, want water is immers voor iedereen noodzakelijk, maar degenen die het vervoerden verdienden er nauwelijks aan.

Wat betreft de geschiedenis van het watermennen of de openbare verkoop van water is in Nederland veel minder bekend. Het blijft vooral bij beknopte en fragmentarische verwijzingen in verschillende bronnen en literatuur. Een zeldzame historische afbeelding van voor 1900 is een penseeltekening van de Vismarkt in Groningen, gemaakt door H.L. Mijling in 1813 (afb. 4). Op deze tekening is op de voorgrond een jongeman te zien met een houten ton op wielen, voorgetrokken door een paard. Hoogstwaarschijnlijk was dit water ook niet van een bijzondere kwaliteit en werd het gewoon uit de openbare putten of pompen gehaald waar de meeste mensen dagelijks hun water vergaarden. De watermenners waren voornamelijk transporteurs die een dienst verleenden door water bij de mensen thuis af te leveren. Het water dat zij vervoerden had dan ook geen specifieke waarde of functie, maar was gewoon gebruikswater voor verschillende huishoudelijke doelen. Bij een Gronings weeshuis werd in de zeventiende eeuw bijvoorbeeld jaarlijks 28 gulden en 4 stuivers in rekening gebracht voor de watermenners die het weeshuis voorzagen van water. Vermoedelijk hadden de stedelijke watermenners echter ook bepaalde water behoevende industrieën als klant, zoals glasfabrieken die schoon water nodig hadden tijdens het glasblazen.

Afb. 4: Vismarkt in Groningen, gezien naar het westen. Tekening van H.L. Mijling (1813). Bron: Groninger Archieven. ID-nummer: NL-GnGRA_1785_2710

In de stad Groningen, en wellicht ook in andere Nederlandse steden, speelden de watermenners tevens een belangrijke rol bij de brandbestrijding. Sinds de zestiende eeuw werden de watermenners van Groningen namelijk verordonneerd om mee te helpen met de aanvoer van bluswater. Hier kregen ze als betaling een halve daalder voor, als bijverdienste naast hun gewoonlijke inkomsten. In de zeventiende eeuw merkte het stadsbestuur op dat de watermenners over het algemeen weinig haast maakten als er ergens brand uitbrak. Omdat ze wel essentieel werden geacht, werd besloten om voortaan de ‘trommelslagers’ op de watermenners af te sturen. Deze bodes moesten in geval van brand de watermenners erop attenderen dat ze haast moesten maken. Een ordonnantie uit 1730 geeft zelfs aan dat er een register met alle namen en woonplaatsen van watermenners moest komen, zodat de brandmeester goed wist wie hij waar moest zoeken. Het wilde echter ook nog weleens gebeuren dat een watermenner laveloos werd aangetroffen, hij had dan iets anders dan water ingenomen!

Meer onderzoek is nodig om een breder beeld te krijgen van het watermennen in Nederland. Dit blijft een lastige taak aangezien het watermennen behoort tot het type informele beroepen dat in historische bronnen vaak slechts in de marge voorkomt. Het is daarom goed om dit onderdeel van de geschiedenis van drinkwater in Nederland van onderaf te benaderen. Het beroep hield niet op te bestaan bij de komst van de waterleiding rond het midden van de negentiende eeuw. Wie verder kijkt ziet in de eeuwen daarna nog steeds sporen van het watermennen, al is het dan wel soms in een wat gemoderniseerde vorm.

Dániel Moerman

Bronnen:

Berkel, Maaike Van. Aldaar is een stromende bron water in de ‘islamitische’ stad (inaugurele rede). Nijmegen: Radboud Universiteit, 2016.

Denig, Carl. Van aakschipper tot zwikker. Gids van historische beroepen. Utrecht: Matrijs, 2004.

Kucher, Michael P. The water supply system of Siena, Italy: the medieval roots of the modern networked city. New York NY: Routledge, 2005.

Veen, S.D. Van. Een Weeshuis in de zeventiende en achttiende eeuw. Groningen: J.A.C. Veenhof & CO.

Ordonnantie op het reinigen der merkten, straten, cingels en andere publique plaatzen, &c. […]. Groningen: Gesina Elama, 1730.

Plaats een reactie